top of page

 

 

Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?

Germain heeft haar gevonden.
Mia was een sterke vrouw als huismoeder al die tientallen jaren lang voor hem, voor de kinderen en kleinkinderen, en voor zovelen die zij nabij was in haar meer dan 65 Lourdesbedevaarten.

Je vraagt je dan af: “Waar heeft zij de kracht gehaald?” Ik denk bij zij die ze telkens weer in Lourdes ging opzoeken, bij Maria, de Moeder van Jezus. Op dit moment brandt bij de grot dan ook een herinneringskaars aan Mia, teken van verbondenheid.

In deze Mariamaand heeft Mia afscheid van het leven moeten nemen. De ziekte die haar al een paar jaar ernstig tekende, kon niet meer geheeld worden. Er bleef alleen over de palliatieve zorg, de onmacht om haar nog te kunnen helpen, maar ook de troost om het haar te gunnen dat ze thuis in de veranda waar ze zo graag was, met de blik gericht op de lentetuin, de overgang naar de andere oever kon maken.

Te midden van haar vertrouwde thuis waar zij als huismoeder altijd het warme hart van het gezin mocht zijn, omringd door haar kinderen en echtgenoot, heeft ze moeizaam haar laatste levensadem aan haar schepper teruggegeven. Het intussen vertrouwde bed in de veranda waar Germain ook elke nacht haar heel nabij kon zijn en haar kon helpen, is haar sterfbed geworden.

Enkele dagen voordien mocht ik haar zalven met het ziekensacrament, omringd door haar dierbaren.

Ook tijdens de meibedevaart in Lourdes ontving ze de laatste jaren heel bewust de ziekenzalving. Daaruit en uit het gebed bij de grot haalde zij haar kracht om niet ziek te willen zijn.

Helaas de wil volstaat niet in ernstige ziektesituatie. We mogen ons Mia eerder voorstellen als een sterke vrouw die tientallen jaren de ‘gasten’ met beperking nabij was, hen hielp bij de maaltijden, bij de zorgverlening, bij het duwen van de rolstoel.

Een bijzonder boontje had ze voor Joost. Voor hem

heeft zij héél veel betekend, vooral ook nog als zijn

toestand achteruit ging. Ze is hem nog gaan

bezoeken in zijn nieuwe verblijf Het Venster in

Emelgem.  

Maar ook thuis was Mia de spil van het gezin bij

het huishouden, bij het onderhouden van de tuin,

en als er niets anders te doen was: dat uren en

uren naaien en breien, zolang als het kon.

De laatste jaren waren vaak een pendelen tussen

de kliniek

en weer thuis komen, tussen chemo en revalidatie,

tussen

hoop en vrees. En mét de ervaring dat het telkens een

stapje achteruit ging. Maar, ook als ze zich nog moeilijk

kon uitdrukken, toch wist ze nog goed wat ze wilde en

wilde zij leven, zo volop als het kon.

Nog zag ze uit naar de Lourdesbedevaart die morgen

vertrekt en weten dat ze op hotel wou zijn, niet in een

gastenverblijf.

Alleen de goede zorgen van Germain, omringd door zijn kinderen en zorgverstrekkers, hebben het Mia mogelijk gemaakt de laatste jaren in haar vertrouwde thuis te kunnen blijven.

Haar tweede thuis waar zij haar kracht haalde, was Lourdes en Maria.
Haar inzet voor mensen was haar vanzelfsprekende consequentie van haar geloof. Het moest allemaal niet met veel woorden gebeuren, maar met concrete daden. Telkens weer. Voor haar gezin. Voor haar zieken.

Die liefde sterft niet met de dood. Zoveel liefde, daar kan God niet ongevoelig voor blijven en zeker niet als ze geïnspireerd is door het leven van de Moeder van Jezus.

Soms vragen wij ons af: “Waar merken we iets van God?” Ik denk dat het leven van Mia ons een ongecomplexeerd antwoord geeft: als we elkaar liefdevol en dienstbaar nabij zijn. “Daar alleen kan liefde wonen, daar alleen is ’t leven zoet, als men stil en ongedwongen, alles voor elkander doet”.

De dood, elke dood, stelt vragen aan het leven. In het begin van een Israëlische film die ik lang geleden ooit eens zag ‘I love you Rosa’ zie je een moeder met een kleinkind naar het graf gaan van opa. De kleine vraagt: “Waarom is opa gestorven?’. En oma antwoordt heel onbevangen: “Omdat hij geleefd heeft.”
“Waarom is Lazarus gestorven?” luidt de vraag van zijn zus Marta die Jezus gaat opzoeken en hem zegt: “Heer, als Gij hier waart geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn.” Jezus antwoordt haar: “Uw broer zal verrijzen. Gelooft gij dit?” Dan komt Johannes aan het woord in de woorden van Marta: “Ja, Heer, ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon van God die in de wereld komt.” Hadden we de volledige tekst van Johannes 11 gelezen, dan zou het overduidelijk zijn dat het hele verhaal van Lazarus’ dood alleen maar één grote bedoeling heeft: uit te zeggen in een verhaal dat Jezus de Heer is van leven en dood en dat zijn verrijzenis die we met Pasen hebben gevierd, onderpand is van onze toekomstige verrijzenis. Die duidelijke waarheid van het christelijk geloof, die vandaag de dag zwaar in twijfel wordt getrokken, is en blijft de kern van wat de diepste hoop en de diepste troost is van christenen voor al wie gestorven is en voor wie met de pijn van het afsterven van dierbaren leven moet.
Als ik de beginvraag van die Israëlische film zou parafraseren, dan zou het zo kunnen klinken: “Waarom is Lazarus gestorven?” “Opdat jullie weten zouden dat Jezus de Verrijzenis en het leven is en dat iedereen die leeft en in hem gelooft, in eeuwigheid niet zal sterven.” Symbolisch hebben 2 kleinkinderen dit uitgedrukt bij het begin van de viering door het licht van de Paaskaars over te brengen bij de lijkbaar. Natuurlijk is en blijft er de natuurlijke dood, vroeg of laat. Maar hier vieren we dat onze hoop gevestigd is op Jezus, bij wiens kruis stonden Johannes en Maria. Maria tot wie Jezus zei: “Ziedaar uw zoon.” Vandaag zegt Maria tot Jezus: “Ziedaar Mia.”

Guido Debonnet

Homilie uitvaart Mia
Mia Lourdes 2014 2.JPG
bottom of page